Makkum Skūtsjesilen Histoarysk Wurkferbān Wūnseradiel

Skūtsjesilen in Makkum                                                  door Otto Gielstra

     Skūtsje ''De Zes Gebroeders''
Afm. 20.47 x 3.69, holte 1.23, 51 ton
Bouwjaar: 1904
Werf: Van der Werff, Schilkampen, Leeuwarden
Registratienummer: L 814 N / L 2094 N / A 15062 N
Eigenaar: st. It Makkumer Skūtsje

Het wedstrijdzeilen met skūtsjes bij Makkum kent een geschiedenis die terug gaat tot 1960. Zowel de SKS (Sintrale Kommisje Skūtsjesilen) als de later opgerichte IFKS (Iepen Fryske Kampioenskippen Skūtsjesilen) vonden in Makkum steeds een enthousiast onthaal, maar lieten de vlekke toch na een aantal jaren links liggen. Angst voor het IJsselmeer? Of moeten wij de schippers geloven die de reistijd te lang vonden. Feit blijft dat in de SKS-tijd, zelfs bij het mooiste zomerweer, de meeste schippers kozen voor de lange route binnendoor van of naar Stavoren en slechts een enkeling de kortste weg over 'zee' nam naar de volgende startplaats.

Dit historisch overzicht begint voor de verandering eens omgekeerd. Zondag 21 augustus 2011 werd het eerste en enige echte Makkumer skūtsje (1) feestelijk onthaald nadat het in haar eerste seizoen meteen promoveerde naar de B-Klasse van de IFKS. 

   


Achter Wiebren v.d. Weerdt's ''Adhok'' trommelkorps toog schipper Klaas Kuperus met bemanning en aanhang naar de Prins voor de huldiging.

   

   

(1) De Zes Gebroeders werd na een spannende strijd tweede in de C-Klasse. Winnaar was  de ''Oude Zeug", als troost moet gezegd worden dat dit schip in 1912 bij scheepswerf Zwolsman in Makkum van de helling gleed. 

SKS wedstrijden

1960 8 augustus

Op 8 augustus 1960 werd de eerste SKS-wedstrijd bij Makkum verzeild. Door de zuidenwind was het kanaal bezeild en in de route opgenomen. Ter hoogte van de insteekhaven moest een boei worden gerond. Zo kon het in grote getale opgekomen publiek (ruim 1200 betalende bezoekers) niet alleen vanaf het strand, maar ook langs het kanaal en zelfs vanaf het Achterdijkje van de wedstrijd genieten. Maar liefst viermaal kreeg het publiek de skūtsjes van heel dichtbij te zien toen ze door het kanaal zeilden. Het in de ogen van de schippers toch wel nauwe vaarwater ontnam ze de lust hier strijd te voeren. De eigenlijke wedstrijd vond dan ook plaats op het IJsselmeer.     

Daar was het Douwe Tjerkstra (Philips-Drachten) die er vlot tussen uit trok en een ronde lang een voorsprong had. Toen kwam Lodewijk Meeter naar voren, die eerst Jan van Akker (Sneek) achter zich had gelaten. Hij zeilde Tjerkstra voorbij en voerde daarna de vloot aan. De prijzen leken al verdeeld, want alsof het admiraalzeilen was. zo keurig in het gelid zeilden de schepen, voortgestuwd door eenmatig briesje, van boei tot boei. In de achterhoede veranderde nog wel eens iets. Daar zag Jan Brouwer (Leeuwarden) kans zijn schip voorbij het Lemster en Heerenveenster skūtsje te brengen, maar later moest hij weer terrein prijsgeven. 

   

In de voorste gelederen plaagden Meeter, Tjerkstra en Jan van Akker elkaar af en toe een beetje, maar het ging allemaal kalmpjes. Ulbe Zwaga (Grouw) zeilde heel bescheiden ergens in het midden en het leek er veel op, dat hij daar zou blijven. Pas in de derde ronde begon Zwaga aan zijn opmars, die hem eerst voorbij het Lemster schip bracht. Daarna veroverde hij de vierde plaats ten koste van Aldert Hoekstra (Van der Veen-Drachten) en begon aan de achtervolging van Tjerkstra, Van Akker en Meeter. Bij de boei op het meer had hij het duel met Tjerkstra al in zijn voordeel beslist. Met Jan van Akker had hij nog minder moeite en op dat moment gaf iedereen hem een kans op weer een eerste prijs.    

Als goede tweede zeilde Zwaga naar de finish. Juist voor het kanaal bereikt was (de wind was gedraaid en er moest gelaveerd worden) nam Tjerkstra echter revanche. Hij liep de onfortuinlijke Van Akker voorbij, gevolgd door Hoekstra en Mink (Eernewoude) en presteerde het daarna om onder Zwaga door te lopen. Met ruim verschil ging hij over de finish.

De volledige uitslag: 1. Lodewijk Meeter (FAS-Leeuwarden). 2. Douwe Tjerkstra (Philips-Drachten). 3. Ulbe Zwaga (Grouw). 4. Berend Mink (Eernewoude). 5. Aldert Hoekstra (Van der Veen-Drachten). 6. Jan van Akker (Sneek). 7. Rintje Ritsma (Lemmer). 8. Klaas van der Meulen (ZWH). 9. Jan van Terwisga (Heerenveen). 10. Jan Brouwer (Leeuwarden).

   

Naschrift

Dat de skūtsjes in 1960 in Makkum een wedstrijd zeilden was te danken aan lobbywerk van Wiebe Amels die bestuursleden van de SKS benaderde. Tijdens de algemene jaarvergadering in februari werd het verzoek nogmaals mondeling toegelicht door SKS-voorzitter Auke de Groot van Staveren. Als niet-lid had Makkum namelijk geen toegang tot de vergadering.

Pas begin juli kreeg Plaatselijk Belang Makkum het groene licht. Bij gebrek aan een plaatselijke commissie verliep het contact via deze vereniging. Staveren had namelijk 8 augustus als reservedatum toegewezen gekregen. Ging bij Staveren de geplande wedstrijd op 6 augustus door dan kreeg Makkum de beschikking over de reservedag op de 8ste. Met de restrictie: als het weer het toelaat kunnen de schepen naar Makkum zeilen. Het SKS-bestuur had verder geen bezwaren en ook de schippers wilden wel komen. Binnen vier weken moest de hele zaak geregeld zijn. Er werd een tijdelijke commissie samengesteld die uit vrijwel dezelfde leden bestond als de latere Permanente Commissie Skūtsjesilen Makkum. Met dit verschil dat de vertegenwoordiger uit de plaatselijke visserij Haiko Bootsma bedankte en zijn plaats werd ingenomen door Tjerk van Malsen.
Omdat de wedstrijd niet in het officiėle programma was opgenomen bestookte de commissie de dagbladen met advertenties. Ook dit was een gok omdat tot het laatste moment niet zeker was of Staveren op haar eerste datum kon zeilen.

De gehele organisatie werd begroot op f. 1000,-. Hiervoor werd een garantiefond ingesteld waarop door plaatselijke bedrijven voor f. 1075,- werd ingetekend. Bovendien zegde de Visserijvereniging f. 150,- toe. De grootste onkostenpost was de bijdrage aan de schippers: 10x f. 50,-. Omdat het entreegelden en het opstapgeld, gebeurd door de vissers, reuze meevielen hoefde slechts 15% van het garantiebedrag opgevraagd te worden.

De wedstrijd is verzeild op het kanaal door de Waard en op het IJsselmeer, met vliegende start om twee uur. Die start vond plaats even buiten de Sānkop. De route ging in de richting van Kornwerderzand en vervolgens rond een boei naar het zuiden en dan in noordwestelijke richting naar en door de Makkumergeul om een boei in de haven en terug naar buiten. Er zijn vier routes gezeild, de finishlijn lag in het kanaal, even ten westen van de tweede haven. Omdat de wedstrijd niet gold voor het kampioenschap werden deze eerste maal geen hoge eisen gesteld aan de kennis van de keurmeesters van het wedstrijdreglement, meldt het interne verslag van de commissie. ''Dit punt vraagt echter voor de toekomst méér aandacht!" Het enige commissielid met ervaring in wedstrijdzeilen was toen S. Gielstra. De aantekening heeft vermoedelijk te maken met de weinig gelukkige keuze voor de wedstrijdbaan. In de volgende jaren werden eigen boeien aangeschaft, was er een commissieschip aanwezig en kon de baan, bij windschifting, tijdens de wedstrijd worden aangepast.  

1961 9 augustus

Na opname in het wedstrijdschema werd de tijdelijke commissie omgezet in de ''Permanente Commissie Skūtsjesilen Makkum''. Voorzitter werd Wiebe Amels en secretaris-penningmeester Pieter J. Tichelaar. De overige leden waren: Pieter H. van der Kooy, Gijsbert J. Reijns, Simon Gielstra en Tjerk van Malsen. De Commissie ging voortvarend te werk en had binnen de kortste keren de begroting rond. Er werden eigen boeien aangeschaft, zodat bij windschifting de route kon worden aangepast. Bij de eerste wedstijd was gebruik gemaakt van de bestaande bakens in het IJsselmeer, toen de wind draaide bleek de gehele route bezeild zonder kruisrak.  

Makkum was er in 1961 helemaal klaar voor, alleen werkte ditmaal het weer niet mee. De wedstrijd bij Staveren, de dag ervoor, was al afgelast vanwege de harde wind. Die woedde ook de volgende dag nog in alle hevigheid. De schippers kozen eieren voor hun geld en trokken van Staveren binnendoor naar Sneek voor de afsluitende twee wedstrijden op het Sneekermeer. 

Nogmaals de ''Friesland'' van Lodewijk Meeter in het kanaal. Op de zeedijk de z.g. KLD-toren, geplaatst in 1957 en gesloopt in 1968. 

   

1962 30 juli

Lodewijk Meeter na valse start in één lange ruk naar de overwinning
Makkumer wal bedierf de pret voor verscheidene schippers

Nu het overwicht van Ulbe Zwaga minder wordt en door het zeer wisselvallige zeilen van Siep van Terwisga blijft het skūtsjesilen telkens verrassingen opleveren. Gister op het IJsselmeer bij Makkum was het de beurt van Lodewijk Meeter om op grootse wijze te gloriėren. Een valse start zorgde er voor, dat hij achter alle andere schepen langs moest varen om opnieuw te beginnen. Het noodzaakte hem ook om door diep water te varen en nog voor de eerste boei bij Kornwerderzand had hij de meeste van zijn tegenstanders reeds te pakken. Lodewijk zeilde in het kruisrak bij de Afsluitdijk langs tot hij de boei voor de Holle Poarte kon aanlopen. Dit leverde hem in de deining van IJsselmeer zo'n grote voorsprong op, dat geen van de anderen er meer aan gedacht zal hebben hem in te halen. Het gebeurde ook niet. Lodewijk Meeter zeilde maar door en had op het laatst bijna tien minuten voorsprong; het was zijn tweede overwinning.

   

Deze voorsprong is waarschijnlijk te danken aan het feit, dat hij nooit de Makkumer wal opzocht bij het kruisen.
De schippers, die na de boei bij Kornwerderzand al gauw door de wind over bakboord in de richting gingen van de Holle Poarte, hebben dat bijna allen ernstig moeten bezuren. Alleen Ulbe Zwaga was er gelukkig mee, maar die liep ook lang zo ver niet door als de anderen. Lodewijk Meeter voer echter konsekwent zijn route, die hem voor de toeschouwers in de schiere verten van het IJsselmeer deed verdwijnen. Lodewijk behoefde daardoor ook niet vaker dan een keer door de wind in het kruisrak, terwijl de anderen er doorgaans verschillende slagen maakten.

Broedertrouw
Siete Meeter volgde zijn broer trouw. Hij bouwde wel niet zo'n indrukwekkende voorsprong op zijn voorganger, maar hij leek toch op de tweede plaats vrij onaantastbaar. Dat was Siete niet genoeg en daarom probeerde hij het ook maar eens op een andere route dan zijn broer. Het brak ook hem zuur op, want Jan van Akker, die zo langzamerhand steeds in de kopgroep is te vinden, wipte voor Siete om de boei voor de Holle Poarte.

    

Dit gebeurde in de derde en tevens laatste ronde en volgens de regelen van de kunst had Siete de strijd tegen Van Akker nu moeten verliezen. De Leeuwarder kwam echter terug en op het kanaal naar de Makkumer haven had hij hem weer te pakken gekregen. Noch Van Akker, noch Zwaga kon de achterstand weer wegwerken.

De wedstrijd was begonnen met een start, waarbij de schepen met een met behoorlijke ruime wind in een grote groep over de startlijn gingen. Lodewijk Meeter had evenals op de Fluessen een misse start. Hoekstra, Siete Meeter, Foekema en Zwaga deden het veel beter. Bij de eerste boei bij Kornwerderzand had Siete Meeter de leiding genomen gevolgd door Siep van Terwisga, Douwe Tjerkstra, Yme Foekema en Lodewijk Meeter. Op het einde van het eerste kruisrak was de situatie: 1. Lodewijk Meeter, 2 Siete Meeter, 3 Yme Foekema, 4 Douwe Tjerkstra, 5 Jan van Akker, 6 Ulbe Zwaga, 7 Siep van Terwisga, 8 Berend Mink, 9 Jan Brouwer, 10 Aldert Hoekstra en 11 Douwe Visser.

   

Foeke beet terug
Volgens de tot dusver gebruikelijke systematiek bij het skūtsjesilen moest Yme Foekema nu al afgezakt zijn, als dat nog niet gebeurd was, dan zou dat geschieden. We herinneren ons echter dat Rintje Ritsma op het schip van Foekema ook tot zijn beste prestaties kwam als het IJsselmeerwater door het gangboord spoelde. Wat ook niet gebeurde was een opmars van Zwaga en Van Terwisga en zelfs Hoekstra bleef in de achterhoede hangen. Tijdens de wedstrijd op de Fluessen was Aldert Hoekstra nog met Van Terwisga de grote man geweest. Nu moest hij slag leveren met Brouwer en Visser. Foekema heeft echter voortdurend moeten vechten om zijn plaats te behouden. Tjerkstra tastte zijn mooie positie het eerste aan, maar Foekema beet terug en behield zijn derde plaats. In de tweede ronde zeilde hij vlak voor Van Akker, Tjerkstra en Zwaga het kanaal naar Makkum in en uit. Van Akker kwam de Lemster wel op zij, maar ''hy koe net troch it sok hinne komme'' en zakte terug. Pas in het laatste kruisrak moest Foekema buigen voor Van Akker en Tjerkstra, terwijl Zwaga tussen Van Akker en Tjerkstra kwam. Foekema lag toen nog voor Van Terwisga, maar voor de wind moest de Lemster het toch overgeven. Op hetzelfde stuk heroverde Siete Meeter zijn tweede plaats. De achterhoede werd deze keer gevormd door Mink, Visser, Hoekstra en Brouwer, een wel zeer ongebruikelijke kombinatie van schippers, hetgeen in ieder geval bewijst hoe wisselvallig de kansen zijn.
   

De uitslag van de achtste wedstrijd:
1. Lodewijk Meeter (Friese Aannemers Sociėteit)
2. Siete Meeter (partikulier)
3. Jan van Akker (Sneek)
4. Ulbe Zwaga (Grouw)
5. Douwe Tjerkstra (Philips-Drachten)
6. Siep van Terwisga (Heerenveen)
7. Yme Foekema (Lemmer)
8. Berend Mink (Eernewoude)
9. Douwe Visser (Zuidwesthoek)
10. Aldert Hoekstra (Van der Veen en Van der Woude)
11. Jan Brouwer (partikulier)

Stand kampioenschap:
1. Zwaga               22,8
2. Siete Meeter      27,9
3. Lodewijk Meeter 28,8
4. Van Akker          36

   


1963
30 juli

   


Lodewijk Meeter wint weer op IJsselmeer

MAKKUM (dinsdag)- Vandaag hebben wij onze aandacht moeten verdelen tussen de verrichtingen van de skūtsjes en van de mensen, die elke vierkante meter van het Makkumer strand zeer intensief bevolkten. Neem het ons niet kwalijk, want de skūtsjes waren ver en wat ze precies uitspookten was af en toe bijna niet waar te nemen, terwijl de mensen voor, achter, opzij en overal waren. Lieve mensen, wat was me dat een mierenhoop. En wat kunnen mannen in zwembroeken verschrikkelijk lelijk zijn. Vrouwen voelen dat kennelijk beter aan; wie niets te etaleren heeft houdt de kleren meestal aan, hoewel... Maar mannen hebben over het algemeen niets in de gaten; ze prikkebenen achteloos langs het strand, showen kippeborsten, ronde ruggen en dikke buiken en wat al niet. Gelijk hebben ze natuurlijk, als zij zich maar prettig voelen.
Maar goed, op de skūtsjes hadden ze wel wat anders te doen dan naar de mensen op het strand te kijken. Het was mooi zeilweer en de zon schitterde op het IJsselmeer. Ver weg hingen de schepen soms zwaar en daar hadden ze voldoende wind, maar zo spectaculair als zaterdag in Staveren was het lang niet.

   

Aanvankelijk stond er een vrij stevige maar later iets afflauwende noordoostelijke bries. Om de drukte op het Makkumer strand te ontlopen en voor beter zicht op de wedstrijd had een groot aantal mensen gekozen voor een plekje op pieren van Kornwerderzand, ook hier gold; zonder verrekijker was de wedstrijd nauwelijks te volgen.

Eerste zege dit seizoen
Lodewijk Meeter is de grote man geworden. Het was zijn eerste overwinning in dit seizoen en na alle pech van de laatste week, heeft hij zo'n succes langzamerhand verdiend. Lodewijk schijnt daar op het IJsselmeer bij Makkum wel goed thuis te zijn, want ook vorig jaar won hij. Toen ging het echter gemakkelijker dan nu.

Wel kwam hij in de eerste route als eerste het kanaal binnenvaren, maar in de derde route kwam Ulbe Zwaga opzetten en bij het kruisen kwam hij als eerste bij de ton voor het kanaal. Als Ulbe aan kop ligt, dan is de kans voor de anderen meestal verkeken, maar het pakte ditmaal anders uit. In het kanaal moesten de schepen namelijk af en toe door de wind, omdat ze de haven anders niet konden halen.

   

Toen sloeg Lodewijk zijn slag; zijn schip liep door en zonder enige moeite het Grouwster skūtsje voorbij. Met een stevige voorsprong kwam Lodewijk voor de wind uitzeilen en die ging niet weer verloren. Met ruim een minuut voorsprong werd hij als eerste afgeschoten.

Oude zeilen
De skūtsjes voeren drie volle routes en daarna nog een kleine. De finish was weer halverwege het kanaal. Zwaga had het Grouwster skūtsje van het oude tuig voorzien, Siete Meeter zeilde ook met het bruine zeil van vorig jaar en hetzelfde was het geval met Aldert Hoekstra. Of het daaraan ligt is moeilijk te zeggen, maar Aldert Hoekstra zeilde beslist beter. Hij ging heel mooi van start en toen de vloot voor de eerste maal het kanaal binnen voer, lag hij tweede, vlak achter Lodewijk. Die gunstige positie kon hij niet behouden, want zowel Zwaga, Van der Meulen als Van Akker gingen hem voorbij, terwijl Terwisga later het zelfde deed, maar de zesde plaats kon Hoekstra niet meer ontgaan.

Lodewijk Meeter komt als eerste het kanaal
binnen (boven) en voert de vloot aan als deze
met ruime wind weer het IJsselmeer opgaat.

   

De beide grote rivalen voor het kampioenschap Klaas van der Meulen en Siep van Terwisga hadden een minder goede start. Als achtste en zevende gingen ze respectievelijk weg en in de eerste route kwamen ze als zesde en zevende door. Van der Meulen begon eerst aan een opmars en spoedig lag hij vierde, waar hij Van Akker voor zich vond. Van Terwisga was ondertussen nog met Aldert Hoekstra in de slag en toen hij dit gewonnen had, was hij spoedig weer bij zijn concurrent. Achter elkaar begonnen ze vervolgens aan de strijd tegen Jan van Akker en daarna maakten ze het elkaar lastig. Bij de finish was het verschil slechts enkele meters.

In de achterhoede zaten Siete Meeter, Berend Mink, Douwe Visser en Teake Brouwer. Siete, die eerst vijfde lag, kon zich daar niet handhaven, maar van de voorlaatste plaats kon hij zich verzekerd achten. En toch ging het net voor de finish nog mis. Siete moest door de wind om hoger te komen, Teake Brouwer had flnke vaart en liep vlot onder het Leeuwarder skūtsje door. Nog geen twee minuten later klonk het schot voor Teake Brouwer.

De Sneker Pan van schipper Jan van Akker ploegt
door het IJsselmeerwater.
(AM 5772)

   

Bovenstaand verslag is deels ontleend aan de Friese Koerier van 31 juli 1963

Uitslag:
1. Lodewijk Meeter (FAS-Leeuwarden)
2. Ulbe Zwaga (Grouw)
3. Klaas van der Meulen (Lemmer)
4. Siep van Terwisga (Heerenveen)
5. Jan van Akker (Sneek)
6. Aldert Hoekstra (Van der Veen-Drachten)
7. Douwe Visser (Zuidwesthoek)
8. Berend Mink (Eernewoude)
9. Teake Brouwer (Philips-Drachten)
10. Siete Meeter (Leeuwarden)

Geen prijsuitreiking in Makkum zonder gerookte paling.
50 Pond legaal geleverd via de afslag. Directeur Reijns was dan ook lid van de organiserende Commissie, evenals de leverancier van de lekkernij; Tjerk van Malsen van de WON 55. Het schrappen van de vergoeding voor de ingehuurde sluishulp moeten we ook in dit kader zien.

   

Naschrift:
Terwijl de gemeente bevestigt ook dit jaar vrijstelling te verlenen van de wettelijke verplichting tot het betalen van vermakelijkheidsbelasting op de geļnde entreegelden, meldt zich plotseling de stichting Ostoerio. De in Rotterdam gevestigde organisatie beheert op oecumenische grondslag een aantal recreatiecentra in het land. Van 1961 tot 1963 pacht Ostoerio het recreatieterrein ''De Holle Poarte'' van de firma Lammertsma te Bolsward. Aangewakkerd door de bezoekersaantallen aan de skūtsjewedstrijden claimt de stichting een afdracht van de ''tolheffing'' en schrijft; uitgaande van een bezoek van 7500 personen, waarvan een klein percentage kinderen of andere niet betalende gasten waren, zouden wij het op prijs stellen 5000 maal 0,25 te ontvangen en wij verzoeken U dan ook dit bedrag groot
f 1.250,- te willen overboeken op onze rekening. De Permanente Commissie is niet onder de indruk, ook niet na het dreigement om de vordering uit handen geven. In november 1963 antwoord de penningmeester met een kort briefje; in de commissievergadering is besloten deze aanvraag niet in te willigen. Er volgt geen verdere correspondentie met Ostoerio.
   


Suikerzakje stichting Ostoerio (AM 17221)


1964
27 juli

   

Door de drukte in de haven met skūtsjes en volgschepen waren er voor en na de wedstrijd momenten dat via de schepen de overkant kon worden bereikt. (AM 8764)

Siep van Terwisga boekte vierde zege voor Heerenveen na solorace

De skūtsjesilerij is een onzeker bedrijf en in een paar wedstrijden kan er vaak nog veel veranderen, maar zoveel is toch wel zeker, dat Siep van Terwisga's kans op de kampioenstitel behoorlijk groot wordt. Hij sloeg gistermiddag op het IJsselmeer een behoorlijk slag in de goede richting. Het werd deze keer een solorit voor de Heerenveensters. Ze hadden het geluk als eerste in de rij het IJsselmeer op te worden gesleept en zonder door anderen te worden gehinderd komden ze opkruisen naar de ton onder de Afsluitdijk. Het was natuurlijk aan Siep en zijn mannen wel toevertrouwd van dit gelukkige lot uit de loterij een gepast gebruik te maken: hij was eerst en bleef eerst en verder kwam er geen ander schip aan te pas.

In het begin stond er een flauwe westelijke koelte, met alle vooruitzichten voor een gemoedelijke drijfpartij. Om kwart over twee werden de schepen achter de WON 55 het kanaal uitgesleept, gadegeslagen door vele duizenden, die zich bij de Holle Poarte hadden verzameld. De eerste was Siep van Terwisga, die zo gelukkig geloot had, gevolgd door respectievelijk Jan Brouwer, Teake Brouwer, Siete Meeter, Klaas van der Meulen, Douwe Visser, Berend Mink, Ulbe Zwaga, Lodewijk Meeter en Aldert Hoekstra. Aan de tuigen was te zien, dat de schippers verschillende opvattingen huldigden over de al dan niet te verwachten wind. Zo voer Zwaga onder zijn oude tuig, een besluit dat hij later zeker zal hebben betreurd. Douwe Visser daarentegen had zijn enorme nieuwe tuig aangeslagen, dat inmiddels even onder zeilmakershanden was geweest. Het legde Visser deze keer geen windeieren.

Nadat de sleeptrossen waren losgegooid, kon er meteen gelaveerd worden. Van Terwisga en Jan Brouwer trokken er meteen tussenuit over stuurboord, de anderen gingen eerst een slag ophalen en maakten daarbij Klaas van der Meulen het kind van de rekening. Ulbe Zwaga trok vlak langs de IJsselmeerdijk, teneinde daar wind te vinden, die de overige concurrenten kennelijk niet hadden. Van Terwisga rondde de ton bij de Afsluitdijk als eerste, gevolgd door Jan Brouwer. Teake Brouwer, Siete Meeter en Douwe Visser. Klaas van der Meulen kwam als zesde om de ton. Zwaga die op zijn tocht langs de dijk geen wind had kunnen ontdekken, belandde in het gezelschap van Berend Mink en Lodewijk Meeter. Lodewijk kreeg er genoeg van en liep in het bovenwindse rak Mink vlot voorbij. Visser werd nu de zegeningen van het machtig zwerk aan zijn mast deelachtig en schroomde niet de functie aan te nemen van de man met de hamer. Eerst gingen de Lemsters er aan. Als volgende slachtoffer stond Siete Meeter op zijn agenda. De leeuw in Siete's zeil bleek een luie, want de afstand verkleinde snel. Hetzelfde kon worden gezegd van de afstand tussen de schepen van Klaas van der Meulen en Lodewijk Meeter. Lodewijk's tuig stond er prima bij en men behoefde niet over profetische gaven te beschikken om te weten dat het lemster schip een zware dobber zou krijgen met deze flauwe koelte en de ernstige concurrent achter zich, die zelf wind genoeg had.


Tweede route
In de tweede route was Van Terwisga al ver uitgelopen. Op eerbiedige afstand volgden Jan en Teake Brouwer. Daarachter kwam een prima zeilende Siete Meeter, maar Douwe Visser deed iets wat Siete klaarblijkelijk niet kon; hij hield hoger aan op de bovenwindse ton en deelde een tweede tik uit waarna Siete was gezien.
De wind wakkerde iets aan en Teake Brouwer begon Jan Brouwer flink in te halen. Hij verzeilde zich wat op weg naar de ton bij de Afsluitdijk en slaagde er tot aller verbazing niet in, de deze keer eens goed lopende Sneker Pan voorbij te streven. Maar Lodewijk Meeter streefde de Lemsters wel voorbij. Bij de derde route bleek, dat de familie Meeter geen familiepolitiek voerde, want Lodewijk rekende broer Siete onverbiddelijk in.

   

Douwe Visser, die van plan was om op elke route een slachtoffer te maken, schipperde zichzelf muurvast in de kopgroep - en Teake Brouwer werd het slachtoffer van dezelfde truc, waarmee Visser opdezelfde plaats Siete Meeter in de luren had gelegd. Zwaga was kennelijk niet in vorm en zwalkte in de achterhoede rond.

Uitslag en stand:
Op onnaspeurlijke wijze zag Aldert Hoekstra kans Mink naar de tiende plaats te werken. Siete Meeter ging broer Lodewijk weer voorbij, doch verblijdde zich met een dode mus, want na enige wederzijdse plagerij bleef Lodewijk baas. Douwe Visser ging er steeds sneller vandoor en deelde zijn laatste klap uit. Aan de aspiraties van Jan Brouwer kwam hiermee een definitief einde. Visser zeilde een van zijn beste wedstrijden en bleek een uitstekend tacticus te zijn. Hij installeerde zich op de tweede plaats en was daar niet weer vandaan te krijgen.
In de vierde en laatste route rekende Teake Brouwer, die ook op een goede wedstrijd kan terugzien, definitief met de Sneker Pan af. De tocht door het kanaal naar de finish was spectaculair en verwarrend.
Bij de ingang van het kanaal was de stand: 1. Siep van Terwisga, 2. Douwe Visser, 3. Teake Brouwer, 4. Jan Brouwer, 5. Lodewijk Meeter, 6. Siete Meeter, 7. Klaas van der Meulen, 8. Ulbe Zwaga, 9. Aldert Hoekstra en 10. Berend Mink.

Bij de finish was de uitslag echter:
1. Siep van Terwisga (Heerenveen)
2. Douwe Visser (SWH)
3. Lodewijk Meeter (FAS)
4. Teake Brouwer (Philips)
5. Ulbe Zwaga (Grouw)
6. Klaas van der Meulen (Lemmer)
7. Siete Meeter (Leeuwarden)
8. Jan Brouwer (Sneek)
9. Aldert Hoekstra (Drachten)
10. Berend Mink (Eernewoude)

Met nog vier wedstrijden te gaan is de stand in de competitie als volgt:
1. Siep van Terwisga, 10,6
2. Ulbe Zwaga, 19,3
3. Lodewijk Meeter, 24,9

(ontleend aan verslag Leeuwarder Courant 28 juli 1964)

 

   



     

Prijsuitreiking 1964: Voorafgegaan door muziekvereniging Hallelujah worden de schippers met hun bemanningen van de haven gehaald door commisielid Gielstra voor de prijsuitreiking in de feesttent op het Plein (foto rechts). Gevolgd door een stoet belangstellenden, waaronder Liske Adema en Jopie Hartog die fotograaf Rienk Nadema ontdekken en groeten (foto onder).


Prijsuitreiking 1964: v.l.n.r. Pieter J. Tichelaar, schipper ? en Simon Gielstra.
    

wordt vervolgd

Index pagina

 

Vorige pagina

 

Histoarysk Wurkferbān Wūnseradiel